Rosita Steenbeek raakt het hart van haar publiek
27 juni 2019

Amsterdam, 24 juni 2019
Ondanks de hittegolf was de zaal in het Huis van Sant’Egidio goed gevuld. Rosita Steenbeek bracht heel verschillende mensen samen om haar verhaal te horen over de mensen in de vluchtelingencentra in en rond Europa die zij heeft opgezocht.
Haar boek is de weerslag van een zoektocht naar empathie; het antwoord op de titel van het boek ‘Wie is mijn naaste?’ duidelijk: iedereen.
Zodra je mensen leert kennen, uit welk land of met welke achtergrond ook, raakt hun verhaal. Dan zijn het niet langer vreemden, maar bekenden, mensen met wie je een band krijgt. Zoals het Rosita gebeurde met de vrouwen in het kamp in Libanon.
“Ik lig naast Fatima. Ze dekt me toe en vraagt of alles goed is.
Heel goed.
‘Laila saida’ wensen we elkaar.
Het is fijn om hier terug te zijn, te slapen bij mijn Syrische vriendinnen. Het contact met de aarde geeft iets oers. Van het samenzijn gaat geborgenheid uit, al zijn we weerloos tussen de broze wanden. Hier in het donker zijn we verbonden. Zij hebben meegemaakt hoe muren verpulverden, hoe alles om hen heen instortte. Het is stil, alleen het zachte ruisen van de ventilator is te horen en soms in de verte het blaffen van een hond.” (blz. 205)
Schokkend zijn de verhalen die de schrijfster hoorde van vluchtelingen die vastgezeten hebben in de kampen in Libië. Aangrijpend de inspanningen van de vrijwilligers die er alles aan doen om vluchtelingen bij te staan en met hen een nieuwe toekomst te zoeken.
Aan het eind van het boek dringt zich de vraag op hoe wij in Europa de vele doden willen herdenken, de mensen die op zee en op vele andere plaatsen gestorven zijn aan de hoop op een nieuw leven. Tijdens een concert in de haven van Lampedusa, vijf jaar na die verschrikkelijke ramp op 3 oktober 2013, denk Rosita terug aan een andere herdenking “in een van de mooiste kerken van Rome, de Santa Maria in Trastevere. Nigeriaanse vrouwen kwamen dansend en zingend de kerk in die vol zat met Italianen, mensen uit het Midden-Oosten, Afrika, Azië. (…)’Wij hebben de opdracht de hoop levend te houden,’ zei de voorganger Marco Gnavi. (…) Herdenken moet aanzetten tot concrete redding, zei hij, door opvang, integratie, humanitaire corridors, het zoeken naar legale wegen in elk land van de Europese Unie. Redding ook voor hen die geen vluchteling zijn (…) Redding voor ons allemaal van de invloeden die ons vijanden van elkaar willen maken.” (blz. 287 ev)